Afgelopen vrijdag stond het vak Nederlands in het teken van het Taalsymposium. Leerlingen uit vwo 6 verdiepten zich de afgelopen periode in de taalwetenschap en kozen een onderwerp om zich in te specialiseren.
Het mocht van alles zijn, als het onderwerp maar met taal te maken had en de bronnen een wetenschappelijk onderzoek en een scriptie bevatten.
Charley bijvoorbeeld koos voor neurolinguïstiek.
“Omdat het alleen maar iets met taal te maken moest hebben, kon je verder helemaal zelf kiezen waar je het over zou hebben. Daarom besloot ik een onderwerp te kiezen wat ik echt interessant vond. Uiteindelijk heeft alles met taal te maken, dus is er voor iedereen wel een passend onderwerp. Dat maakte het onderzoek en het presenteren een stuk makkelijker en leuker.”
Neurolinguïstiek gaat over alles wat te maken heeft met taal en de hersenen. Hoe komt het nou dat je iets in je hoofd hebt en je vervolgens gaat praten? Waarom zeg je bij het zien van een kat het woord ‘kat’ en niet ‘dier’? Hoe werkt dat in de hersenen?
Ze bestudeerde hier verschillende wetenschappelijke bronnen voor en presenteerde dit tijdens het Nederlands Taal Symposium, dat de sectie Nederlands organiseerde.